Antoon Sijs woonde aan de Kruisweg, nu Rustenburgerweg, zijn ouders waren Arie Sijs en Afra Koppes. Net voor de oorlog moest Antoon Sijs zich melden om in dienst te gaan op 21 jarige leeftijd in Alkmaar en ging naar de Heutszkazerne. Antoon was chauffeur van beroep en werd vanuit de Heutszkazerne met een groep voor mobilisatie naar Willemstad in Noord-Brabant geplaatst. Op 10 mei 1940, de dag dat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, bevond hij zich op een boot van de krijgsmacht, waar hij met nog twee mannen 24 uur per dag was. Ze voeren op het Hollandse Diep en patrouilleerden richting de Hoekse Waard. Het was vroeg in de morgen dat zij vliegtuigen hoorden naderen. Ze renden naar boven om te kijken wat daarboven
in de lucht voor vliegtuigen vlogen. Ze hadden nog niet eerder van zo dichtbij vliegtuigen gezien. Ze stonden met z’n drieën voorop de boot toen de vliegtuigen (Duitsers) op hen begonnen te schieten. Antoon stond in het midden van de drie en werd geraakt en overleed hierdoor ter plekke.
Antoon Sijs werd toen tijdelijk begraven in de plaats Strijensas. Na de oorlog werd hij op 10 juli opgebaard bij zijn ouders Arie Sijs en Afra Koppes en op 11 juli 1945 werd hij met militaire eer herbegraven op de begraafplaats achter de Heilige Familiekerk in ’t Kruis. Op die dag hingen alle vlaggen halfstok in ’t Kruis. Antoon Sijs is de enige militair uit ’t Kruis sneuvelde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bij de uitvaart stonden vanaf het huis van zijn ouders vele soldaten van de krijgsmacht langs de Rustenburgerweg om Antoon Sijs de laatste eer te bewijzen. Bij de uitvaart in de kerk werd hij gedragen door soldaten van de krijgsmacht en om de kist hing de Nederlandse vlag, erop twee grote bloemstukken. Anton Sijs werd onder grote belangstelling in een overvolle kerk door het middenpad naar voren gedragen. Na de plechtigheid werd hij herbegraven op het kerkhof, achter de kerk, waar de lastpost met drie geweerschoten, trommelgeluiden en afsluitend het Wilhelmus met militaire eer de laatste eer bewezen. Antoon Sijs werd later herbegraven op de oorlogsbegraafplaats De Grebbeberg.