“Woonde toen bij zijn ouders Jacob van Langen en Johanna Bruins op Jan Glijnisweg 16a. Wat ik me herinner is het turf steken; dat er torentjes opgestapelde turf op het land stonden die vanuit het vliegtuig als een stelling werden gezien om tanks tegen te houden. En dat de Engelsen vanuit het vliegtuig zilverpapier naar beneden liet vallen om het schieten vanuit de luchtafweerbunker te bemoeilijken. En dat we het zilverpapier op het land opzochten, omdat het zo mooi blonk.
Ik weet ook nog dat wij thuis twee wagens hadden; één ervan op luchtbanden stond achterin het land, zodat die wagen ongezien bleef. De andere was een gammele wagen, daar deed men in die dagen het werk mee. De Duitsers eiste paard en wagens op om soldaten te vervoeren. Dat gebeurde ook bij ons, onze vader moest ook soldaten rijden met de gammele wagen op ijzeren wielen. Nog op de Jan Glijnisweg begaf het wiel van de wagen het. De soldaten gingen te voet verder en mijn vader kon gelukkig weer naar huis.”