Dhr. Aad van der Meer

“Mijn vader en moeder  Willem van der Meer en Riet Vollering woonde op de Rustenburgerweg.  Ik ben geboren in ‘t Kruis in 1943, dus ook de oorlog alleen van overlevering, ze zijn getrouwd in 1939. De slagerij werd in die tijd gerund door mijn moeder (direct in verwachting) met behulp van een jongere zus Annie (kraamverpleegster) , maar  de aanvoer van vlees  was zeer beperkt.  Er werd bij collega Appel ( de schoonvader van slager Jansen en Ab Schilder ) geslacht  voor heel de Waard wat achteraf heel weinig voorstelde, maar zo ging dat in die tijd. Het vlees werd opgehaald door een fietskarretje.
Dan te bedenken dat er later ook een knecht o.a.  Jan Sprenkeling en een dienstmeisje Afra Weel aanwezig waren (natuurlijk in de kost en Afra sliep bij kinderen op de kamer). Henny,  Bert,  Aad en Corrie zijn in de oorlog geboren en sliepen allen op één kamer. Er werd veel
clandestien geslacht en geïmproviseerd, stroop gemaakt  van suikerbieten,  vis roken,  bomen omhalen  en meer van dat werk. Wat ik nog herinner was de tijd van bonnen plakken, want direct na de oorlog was het vlees op de bon en mochten we ” helpen” de bonnen uitzoeken. Wat van groot belang was dat Buur Jaap Does
veehandelaar, boer  Willem Appel ( vrijgezel en niet gierig), bakker Siem Rood Sr. en Piet Sneekers, de  smid. Cor Schut de kastelein, de kruidenier en de boer en meer van deze mensen stonden echt klaar voor elkaar. Rijk was die periode niet, maar iedereen had te eten door ruilhandel, zo ging dat in mijn beleving. Na de oorlog waren er bevrijdingsfeesten.”